In 1865 begint Jules Bel comtékaas te rijpen en verhandelen in de Jura. Na zijn dood in 1904 neemt zoon Léon Bel de zaak over. Meteen na de Eerste Wereldoorlog komt de kaasindustrie op gang en ziet Léon Bel het potentieel van smeerkaas. Die is dan ook lekker en goedkoop. En bovendien gemakkelijk te vervoeren en te bewaren. Hij begint dan maar aan een industrieel avontuur en richt in 1922 de nv Fromageries Bel op.
In 1921 registreert Léon Bel de merknaam La Vache qui rit®. Met zijn originele recept, smeuïge textuur, individuele porties en driehoekige formaat en verpakking meteen een primeur in Frankrijk. En de rode koe? Die is van de hand van de beroemde dierenillustrator Benjamin Rabier. Ook op het vlak van communicatie is Léon Bel een baanbreker. Zo smeedt hij van meet af aan een unieke band tussen zijn jonge merk en zijn consumenten.
De industriële en commerciële lancering van La Vache qui rit® vindt plaats in 1924. Dat jaar installeert Léon Bel de eerste gietijzeren kneed- en portioneermachines in de fabriek van Lons-le-Saunier. Twee jaar later laat hij in Lons een nieuwe, hypermoderne fabriek bouwen. In 1937 wordt Robert Fievet, schoonzoon van Léon Bel, benoemd tot algemeen directeur. Hij wordt CEO in 1941 en is tot 1996 de drijvende kracht achter de nationale en internationale ontwikkeling van het bedrijf. Durf, engagement, welwillendheid … Stuk voor stuk waarden die ook vandaag nog de strategie van Bel bepalen. En het is dankzij deze succesformule dat de groep kan groeien. Nog steeds onder leiding van de afstammelingen van Léon Bel en Robert Fiévet blijft Bel nieuwe industriële en commerciële uitdagingen aangaan. Zo was er de bouw van de allereerste La Vache qui rit®-fabriek in Azië in 2011 en de bouw van een Babybel®-fabriek in de Verenigde Staten in 2013.
Bel schuwt humoristische of originele campagnes niet. En dat in een tijd dat er weinig risico’s worden genomen om een product te promoten. Tv, radio, bioscoop … Het merk aarzelt niet zich aan nieuwe media en nieuwe formats te wagen. De vriendelijke koe wordt geleidelijk aan een heus reclame-icoon. De aperitiefervaringen van Apéricube®, de kleine revolutie van Babybel® en zijn rode jasje, het succes van La Vache qui rit® op de social media … Ook vandaag nog worden de producten en merken van de Groep gekenmerkt door innovatie op het vlak van techniek, marketing en reclame.
Smeerkaas kan perfect verwerkt en bewaard worden. Daarom kon het wereldwijd uitgroeien tot een alledaags voedingsmiddel. In 1929 speelt Léon Bel de internationale kaart en richt hij zijn eerste buitenlandse fabrieken op in Engeland en België. Bel Belgium is dan ook een van de oudste filialen van de groep. In 1986 stampt Bel een commerciële entiteit uit de grond in België. Enkele jaren later, in 1991, neemt Bel de Fromageries de Maredsous over en versterkt zo zijn lokale verankering. Vandaag kopen meer dan 9 op de 10 Belgische gezinnen minstens eenmaal per jaar een van onze producten.
Na de groei in West-Europa trekt de groep in de jaren zeventig naar de Verenigde Staten, het Midden-Oosten, Japan en China. Naast deze vaak gedurfde internationale ontwikkeling mikt Bel ook op een selectieve externe groeistrategie. Denk maar aan de overname van Boursin® in 2007. Wat niet betekent dat het bedrijf zomaar blindelings wil groeien. De ontwikkeling gebeurt steeds in overeenstemming met Bels waarden en filosofie.
Bel stemt zijn producten voortdurend af op de veranderende consumptietrends. Een aanpak die innovatie en constante verbetering combineert, met verantwoorde merken die dicht bij de dagelijkse behoeften van gezinnen over de hele wereld staan. Babybel® vormt een alternatief voor de zoete snacks, Pik&Croq’® zorgt voor een gediversifieerd aanbod aan vieruurtjes enz. En dit leidt er op zijn beurt toe dat de Groep zich niet langer beperkt tot kaas. Zo neemt ze in 2016 de groep MOM over, met merken als Materne®, Pom’Potes®, GoGo squeeZ® en Mont Blanc®. En in 2020 lanceert ze Nurishh®, een 100% plantaardig merk.
